Veel gestelde vragen

Vanaf welke leeftijd kunnen kinderen beginnen met Klavierleeuwen?

Klavierleeuwen kan al op zeer jonge leeftijd gebruikt worden. De leeftijd waarop een kind er aan toe is om pianoles te krijgen is voor iedereen anders. De meeste kleuters kunnen goed met deze methode beginnen.

Is de lesmethode geschikt om in combinatie met andere methodes te gebruiken?

Met Klavierleeuwen en Podiumbeesten begint de leerling op een heel andere manier met pianospelen dan met andere lesmethodes. Er zijn nu nog geen specifiek succesvolle combinaties met andere lesmethodes bekend. In het geval de docent deze methode naast een andere methode wil gebruiken dan is het aan te raden om goed te kijken naar de verschillen in opbouw. Denk hierbij aan het aanleren van technieken op verschillende momenten of bijvoorbeeld de volgorde waarin het notenschrift aangeleerd wordt – in Podiumbeesten begint de leerling niet met de centrale C’s.

Hoe ingewikkeld is het dierenschrift voor de docent? Kost het veel energie om de muziek te leren lezen?

Veel docenten schrikken zodra ze het boek Klavierleeuwen voor het eerst openslaan. Het dierenschrift oogt als een zeer ingewikkeld geheimschrift. Echter, tot nu toe heeft – voor zover bekend – nog geen enkele docent moeite gehad met het snel leren lezen van de dieren. Een ervaren pianist is hierin een zeer veel snellere leerling dan een beginnend kind.

Komen er samenspeelstukken in de boeken voor?

In Klavierleeuwen en Podiumbeesten komen naast de liedjes met zang geen andere samenspeelstukken voor. Wellicht komen er in de toekomst aanvullingen, bijvoorbeeld voor quatre-mains. De lesmethode leent zich wel voor samenspel vanaf de eerste les, vanwege de akkoorden die de dieren samen vormen. De melodieën van de kinderliedjes met pianobegeleiding kunnen door een andere leerling gezongen worden of op een ander instrument gespeeld worden (met de beperking van de toonsoort). Het bijmaken van lesmateriaal voor samenspel kan eenvoudig met het Maak-je-eigen-muziek-pakket.

Wat kun je specifiek binnen deze lesmethode aan gehoorvorming doen?

De tweeklanken (dieren) kunnen meteen ingezet worden voor het trainen van het harmonisch gehoor. Bijvoorbeeld het verschil tussen een tritonus (leeuw) en een kwint of terts, is meteen duidelijk te horen. Naast meer gebruikelijke oefeningen met hoog en laag herkennen, mineur en majeur, nazingen etc. worden bij deze lesmethode oefeningen aangeraden waarbij dieren op het gehoor vergeleken worden. Denk bijvoorbeeld aan spelletjes waarbij de leerlingen de dieren raden. Zelf combinaties van dieren laten zoeken is ook zeer leerzaam: Hoe klinken de dieren samen? In een later stadium kunnen leerlingen ook leren transponeren naar andere toonsoorten.

Er staan geen dynamische aanwijzingen in Klavierleeuwen. Betekent dit dat er nog niet aan dynamiek gewerkt wordt?

Nee, dit betekent zeker niet dat er niet aan dynamiek gewerkt wordt. De muziek vraagt de leerling om dynamische verschillen te maken. De cd dient hiervoor als inspiratiebron. Daarnaast kan de docent naar eigen inzicht aanwijzingen geven.

Is het mogelijk om het lesmateriaal uit te breiden en hoe kan de docent extra materiaal maken?

Ja, dat is mogelijk. De dieren zijn goed te gebruiken om muziek te componeren of arrangeren, bijvoorbeeld in de vorm van begeleidingen van veel kinderliedjes. Soms heeft een leerling extra materiaal nodig of wordt er in de les (samen) gecomponeerd. De stempels van de dieren uit het Maak-je-eigen-muziek-pakket maken het mogelijk om de dieren in een handomdraai op papier te noteren.

Waarom is het belangrijk dat de cd beluisterd wordt?

De cd is zowel informatief als inspirerend bedoeld. De leerling kan zich laten inspireren om expressief te spelen en leert door het luisteren naar de cd de muziek goed kennen, wat het instuderen makkelijker maakt. Het ritme van de dieren staat in de boeken spatieël genoteerd, aan de afstand tussen de dieren kun je zien wat voor ritme er staat. In veel gevallen spreekt deze notatie voor zich en is er bij het lezen onbewust een associatie met het ritme. Bij sommige stukken is het minder vanzelfsprekend te lezen, dan kan de cd deze notatie goed ondersteunen. De melodieën van de kinderliedjes met pianobegeleiding staan niet in het boek. Deze dienen van de cd nagezongen te worden.

Waarom is deze lesmethode zo goed voor de ontwikkeling van de fysieke pianistische technieken?

Door het gebruiken van het hele klavier beweegt de leerling meteen achter de piano, het voorkomt een statische houding. De grepen van duim met vinger maken de beweging natuurlijk: zoals een jonge baby al een voorwerp vast kan pakken, zo grijpt een kind de pianotoetsen terwijl het dynamisch achter de piano zit. Vanuit deze positieve natuurlijk bewegende houding leert de leerling stap voor stap ook andere, minder natuurlijke, pianistische technieken aan. In Klavierleeuwen wordt de onafhankelijkheid tussen de handen vanaf het begin ontwikkeld. De vingers gaan in Podiumbeesten zelfstandig – zonder duim – spelen: eerst non-legato, vervolgens ook legato, ook het overzetten e.d. komt aan bod.

Waarom zijn de partituren in zwart-wit afgebeeld?

De dieren dienen (door de leerling) ingekleurd te worden om links en rechts mee aan te duiden. Bij elk stuk kan een kleur voor links en een kleur voor rechts gekozen worden.

Heeft deze lesmethode beperkingen?

In verband met het beperkte aantal dieren dat goed te onthouden is, zijn de combinaties alleen goed bruikbaar voor de toonsoorten C majeur, c mineur, a mineur en d dorisch. Daarnaast staat er natuurlijk ook atonale muziek in de boeken.Het overgrote deel van het repertoire staat in C. Dat zou men als een beperking kunnen ervaren. In Klavierleeuwen wordt er alleen nog maar in dieren gespeeld, voor het natuurlijke begin met de grijpbewegingen. Melodieën die in grepen gespeeld worden zijn moeilijker vloeiend te spelen dan in enkele tonen. Er is dan ook nog geen sprake van legato-spel.
Er staan, met name in Klavierleeuwen, kinderliedjes met begeleiding in de boeken die nieuw of minder bekend zijn. De melodieën die gezongen worden staan niet in het boek geschreven. Deze dienen daarom van de cd te worden nagezongen. Sommige docenten lezen in de les graag ter plekke van blad.

In wat voor stijlen is het repertoire geschreven?

Het eerste boek Klavierleeuwen bevat traditionele en nieuwe kinderliedjes – die gezongen en begeleid worden door de leerling zelf – en (modern)klassieke composities. Deze stukken stimuleren de leerling om expressief te spelen. Er wordt meteen écht muziek gemaakt. De diversiteit van stijlen en beeldende karakters in de muziek van Podiumbeesten prikkelt de ontwikkeling van de fantasie en muzikaliteit. Het boek bevat voornamelijk (modern)klassieke composities met zowel traditionele als verrassende samenklanken en ritmes.

Hoe lang duurt het voordat een leerling Klavierleeuwen en Podiumbeesten doorgewerkt heeft?

De boeken bevatten respectievelijk 63 en 66 stukken. Ze zijn, voor zover vergelijkbaar, een stuk langer dan de gemiddelde lesboeken. Hoe lang ze gebruikt worden dat verschilt natuurlijk héél erg per leerling. Een ijverige leerling van 8 jaar kan de boeken in een paar maanden uit hebben, als er maar flink geoefend wordt. Een kleuter die weinig oefent daarentegen, werkt al gauw twee jaar met Klavierleeuwen. Podiumbeesten is iets langer en vergt meer tijd dan klavierleeuwen.

Wat betekent een dier en waarom staat er wel eens één op zijn kop?

Een dier is een combinatie van twee tonen, een tweeklank. De tonen staan vast, de hoogte waarop ze gespeeld worden niet. Bijvoorbeeld de krokodil heeft de combinatie c-g en de aap c-e. Een dier op zijn kop geeft de omkering van de tweeklank weer: op zijn kop is de krokodil g-c en de aap e-c.

Wat komt er na Podiumbeesten?

Op dit moment werken Mara en Annemieke aan een korte uitbreiding, waar de overgang gemaakt wordt naar volledig notenschrift. Het gaat om ongeveer 8 stukken die in vanaf het voorjaar van 2015 te bestellen zijn in een eenvoudige uitgave. Bij een tweede druk worden deze stukken in Podiumbeesten opgenomen. Na de uitbreiding kan de leerling overstappen op ander repertoire zoals eenvoudige stukjes van klassieke componisten. Voorbeelden uit algemeen bekend lesmateriaal zijn: Sonatines, kinderalbum’s (Schumann, Prokofiev, Tschaikofsky, Kabalevsky etc) etudes van Heller, Czerny, Joosen, Gnossiennes van Satie, Walsen van Shostakovich, Kleine preludes van Bach.

Hoe gaat het met de leesvaardigheid van de leerlingen in notenschrift, als zij eenmaal in Podiumbeesten beland zijn of al verder gevorderd zijn?

De leerlingen kunnen goed leren noten lezen met Podiumbeesten en leren in dit boek stap voor stap het gehele schrift in beide sleutels kennen. Echter, het lezen van meerdere balken tegelijk in notenschrift wordt dan nog niet geoefend, omdat er in Podiumbeesten altijd één hand in dierenschrift genoteerd staat. Daarom komt er nog een derde boek, dat reeds in ontwikkeling is en in de proefversie al in gebruik is. Hierin staan beide handen in notenschrift genoteerd, maar wel met de dieren als basis: deze zijn uitgeschreven in twee noten in plaats van één dier. Deze in noten geschreven dieren worden steeds meer losgelaten, er wordt een overgang gemaakt naar muziek zonder dieren.